Add parallel Print Page Options

26 Toen zei Hij: "Laat Me gaan, want het wordt dag." Maar Jakob zei: "Ik laat U pas los als U mij zegent." 27 De Man vroeg: "Hoe heet je?" Hij antwoordde: "Jakob." 28 Toen zei de Man: "Je zal niet langer Jakob (= 'verdringer') heten, maar Israël (= 'worstelaar met God'). Want je hebt op een goede manier met God en met mensen geworsteld en je hebt gewonnen."

Read full chapter