Font Size
Genesis 33:3-5
BasisBijbel
Genesis 33:3-5
BasisBijbel
3 Zelf liep hij voorop. Hij boog zeven keer heel diep, totdat hij bij zijn broer gekomen was. 4 Maar Ezau rende hem tegemoet, omarmde hem, viel hem om de hals en kuste hem. Ze huilden allebei. 5 Toen zag Ezau de vrouwen en de kinderen en vroeg: "Wie heb je daar bij je?" Jakob antwoordde: "De kinderen die God in zijn goedheid aan mij heeft gegeven."
Read full chapter
BasisBijbel (BB)
© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016