Add parallel Print Page Options

20 Juda stuurde zijn vriend Hira om het geitje te brengen en het onderpand van de vrouw terug te krijgen. Maar Hira kon haar niet vinden. 21 Hij vroeg de mannen die daar woonden: "Waar is die hoer die bij Enaïm langs de weg zat?" Maar ze zeiden: "Er is hier geen hoer geweest." 22 Hij ging naar Juda terug en zei: "Ik heb haar niet kunnen vinden. En de mannen van die stad zeiden dat er helemaal geen hoer geweest is."

Read full chapter