Add parallel Print Page Options

Toen herinnerde Jozef zich wat hij over hen gedroomd had. Hij zei tegen hen: "Jullie zijn spionnen. Jullie zijn gekomen om te kijken waar jullie gemakkelijk het land kunnen binnendringen." 10 Maar ze zeiden tegen hem: "Nee heer, we zijn gekomen om eten te kopen. 11 We zijn allemaal zonen van één man. We zijn eerlijke mensen. We zijn geen spionnen."

Read full chapter