Add parallel Print Page Options

26 Toen Jozef kwam, boden ze hem de geschenken aan en bogen diep voor hem. 27 Hij vroeg hoe het met hen ging. ‘En hoe is het met uw vader, die oude man over wie u sprak? Leeft hij nog?’ 28 ‘Ja zeker,’ was het antwoord. ‘Hij leeft en is goed gezond.’ Daarna bogen zij weer diep voor hem.

Read full chapter