Add parallel Print Page Options

27 Met Jozefs twee zonen meegerekend, bestond de gehele familie daar in Egypte uit zeventig mensen.

28 Jakob stuurde Juda vooruit om Jozef te vertellen dat zij onderweg waren en al snel in Gosen zouden aankomen, wat ook gebeurde. 29 Jozef sprong in zijn rijtuig en reisde naar Gosen om zijn vader te ontmoeten. Zij vielen elkaar om de hals en huilden een tijd.

Read full chapter