Add parallel Print Page Options

26 En Jozef maakte er een wet van voor het hele land, dat een vijfde deel van de oogst voortaan voor de farao zou zijn. Die wet geldt nog steeds. Alleen de grond van de priesters werd geen eigendom van de farao.

Jozef belooft aan Jakob dat hij hem in zijn eigen land zal begraven

27 Zo bleef de familie van Israël dus in de streek Gosen in Egypte wonen. Ze hadden daar eigen grond gekregen. Ze kregen veel kinderen, zodat hun familie heel groot werd. 28 Jakob leefde nog 17 jaar in Egypte. Hij werd 147 jaar.

Read full chapter