Add parallel Print Page Options

Hij stond op en verdeelde de aarde.
Hij keek rond en deed de volken beven.
De eeuwenoude bergen werden verpletterd.
De eeuwenoude heuvels stortten in.
Hij bepaalt de geschiedenis.
Ik zag de tenten van Kusan[a] en van Midian schudden in de wind.[b]
Heer, was U kwaad op de rivieren of op de zee,
dat U kwam aanrazen op uw paarden en uw overwinnende strijdwagens?

Read full chapter

Footnotes

  1. Habakuk 3:7 Kusan is waarschijnlijk Egypte.
  2. Habakuk 3:7 In de 'storm' van Gods straf.