Add parallel Print Page Options

19 Herodes liet hem overal zoeken. Toen hij niet gevonden werd, liet Herodes de zestien soldaten voor de krijgsraad komen en veroordeelde hen ter dood. Daarna verliet Herodes de provincie Judea en ging voor een poos naar Caesarea. 20 Terwijl hij daar was, stuurden de steden Tyrus en Sidon een delegatie naar hem toe. Zij hadden zich namelijk om de een of andere reden de woede van Herodes op de hals gehaald. Omdat hun voedsel uit het gebied van Herodes moest komen, kregen zij Blastus, de secretaris van de koning, zover dat hij Herodes namens hen om vrede vroeg. 21 Op een daarvoor vastgestelde dag trok Herodes zijn koninklijke mantel aan, ging op zijn troon zitten en sprak het volk toe. Zij juichten hem toe:

Read full chapter