Add parallel Print Page Options

11 Doordat Sara God geloofde, kreeg ze kracht om een kind te krijgen, ook al was ze daar al veel te oud voor. Want ze geloofde dat God hun het kind zou geven dat Hij aan hen had beloofd. 12 Ook Abraham was al te oud om nog kinderen te kunnen krijgen. Maar door zijn geloof in God is er een groot volk uit hem ontstaan. Een volk zo ontelbaar als de sterren aan de hemel en het zand op het zeestrand.

13 Vol geloof in God zijn zij allemaal gestorven, zonder dat ze hebben gekregen wat hun was beloofd.[a] Ze hebben het alleen uit de verte gezien en geloofd, en ze waren er blij mee. Ze wisten dat ze als vreemdelingen op deze aarde woonden.

Read full chapter

Footnotes

  1. Hebreeën 11:13 God had hun beloofd dat hun familie ná hen van Hem een eigen land zou krijgen. Maar zelf hebben ze dat niet meegemaakt. Ze zijn gestorven met het vertrouwen dat God zou doen wat Hij had beloofd.