Add parallel Print Page Options

Mijn volk gedraagt zich tegen Mij als een roofvogel. Maar nu wordt het zelf aangevallen door andere roofvogels!

Roofdieren, kom allemaal hier![a] Kom allemaal hier om te eten! 10 Veel herders hebben mijn wijngaard verwoest, mijn prachtige akker vertrapt.[b] Mijn prachtige akker is een wildernis geworden. 11 Dor en kaal ligt mijn akker daar. Het hele land is verwoest. Niemand zorgt er nog voor.

Read full chapter

Footnotes

  1. Jeremia 12:9 Met de 'roofdieren' bedoelt God de volken die Juda zouden komen verwoesten.
  2. Jeremia 12:10 Met de 'herders' worden de koningen bedoeld. Met de 'wijngaard' en de 'akker' wordt het koninkrijk Juda bedoeld.