Jeremia 20:8-10
BasisBijbel
8 Want telkens moet ik tegen hen zeggen dat er ellende en geweld komt. Altijd als ik uw woorden spreek, lachen ze me uit. 9 Daarom zou ik het liefst niet meer aan U willen denken. Ik wil eigenlijk niet meer namens U spreken. Maar elke keer branden uw woorden in mij alsof er vuur in mijn binnenste zit. Ik probeer mijn mond te houden, maar het lukt me niet.
10 Ik hoor de mensen over mij fluisteren. Ze zeggen: 'Daar heb je hem weer met al zijn rampen! Kom, verzin iets om hem te kunnen arresteren!' Zelfs mijn vrienden zeggen: 'Hopelijk loopt hij in de val. Dan kunnen we het hem betaald zetten dat hij altijd rampen profeteert.'
Read full chapter
© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016