Add parallel Print Page Options

18 Daarom zegt de Heer over u, koning Jojakim van Juda, zoon van koning Josia: De mensen zullen niet over uw dood treuren. Uw broers zullen niet zeggen: 'Mijn arme broer!' Niemand zal zeggen: 'Mijn arme heer! Arme koning!' 19 U zal begraven worden zoals je een ezel begraaft: u zal worden weggesleept en ver buiten de poort van Jeruzalem worden neergesmeten."

Gods woorden over koning Jojachin

20 De Heer zegt: "Vrouwe Jeruzalem, klim op de Libanon en schreeuw het uit! Roep luid vanaf de Basan en de Abarim! Want al de mannen[a] op wie je vertrouwde, zijn verslagen.

Read full chapter

Footnotes

  1. Jeremia 22:20 Bedoeld worden de landen waarmee Juda een verbond had gesloten.