Add parallel Print Page Options

26 Ik zal hem en zijn moeder wegslingeren naar een ander land, een land waar ze niet geboren zijn.[a] Daar zullen ze sterven. 27 En het land waar ze zo naar terug verlangen, zullen ze nooit meer terugzien.

28 Is die man, die Jojachin, soms een afgekeurd en weggesmeten godenbeeld? Een kruik die niet meer nodig is? Waarom zijn hij en zijn kinderen dan weggesmeten naar een ver en onbekend land?

Read full chapter