Add parallel Print Page Options

24 Sinds onze jeugd hebben wij gezien dat het bezit van onze voorouders is verspild aan afgoden: runderen, schapen, zonen en dochters. 25 Wij knielen neer in schaamte en schande, want wij en onze voorouders hebben sinds onze jeugd tegen de Here, onze God, gezondigd, wij hebben Hem niet gehoorzaamd.” ’

Read full chapter