Add parallel Print Page Options

13 Er is niemand die iets voor je kan doen. Voor jouw ziekte zijn er geen medicijnen. 14 Al je mannen zijn je vergeten.[a] Ze kijken niet meer naar je om. Ik heb je zwaar gestraft, alsof je mijn vijand was. Want je hebt heel veel vreselijke dingen gedaan. 15 Waarom schreeuw je dat je zoveel pijn hebt en dat je doodgaat? Het is je eigen schuld. Ik doe jou dit aan omdat je heel veel vreselijke dingen hebt gedaan.

Read full chapter

Footnotes

  1. Jeremia 30:14 Met 'mannen' worden soms afgoden bedoeld, soms landen waarmee Jeruzalem verbonden sloot. Maar God wilde dat het volk op Hém zou vertrouwen, en niet op andere goden of op andere landen.