Jeremia 36:30-32
BasisBijbel
30 Daarom zegt de Heer: Koning Jojakim, u zal geen zoon hebben die na u koning van Juda zal zijn.[a] Er zal geen troonopvolger zijn uit de familie van David. En uw lijk zal buiten liggen, overdag in de hitte en 's nachts in de kou. 31 U, uw familie ná u en de leiders van het land zullen de gevolgen dragen van uw en hun slechtheid. Ik zal hen en de bewoners van Jeruzalem en Juda straffen met alle rampen die Ik in de boekrol heb genoemd. Al die rampen waarnaar u niet heeft willen luisteren, zullen gebeuren."
32 Ik haalde een nieuwe boekrol en gaf die aan Baruch. En hij schreef alles op wat ik hem zei en wat ook op de boekrol had gestaan die koning Jojakim verbrand had. En de Heer voegde er nog een aantal boodschappen over hetzelfde aan toe.
Read full chapterFootnotes
- Jeremia 36:30 Jojakims zoon Jojachin was inderdaad maar drie maanden koning. Toen werd hij door de koning van Babel gevangen meegenomen. Lees 2 Kronieken 36:9 en 10.
© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016