Add parallel Print Page Options

Toen stopten ze me in de put op de binnenplaats van het paleis. Die put was naar de kroonprins genoemd en heette de 'Malkia-put'. Er stond geen water in, maar wel een dikke laag modder. Ze lieten me aan touwen naar beneden zakken en ik zonk langzaam weg in de modder.

In het paleis van de koning was een Ethiopische hofdienaar die Ebed-Melech heette. Hij hoorde ervan dat ze me in de put gestopt hadden. De koning was op dat moment bij de Benjaminpoort. Ebed-Melech ging naar de koning en zei tegen hem:

Read full chapter