Add parallel Print Page Options

10 Maar de allerarmste mensen, die helemaal niets hadden, liet hij in Juda achter. Hij gaf hun wijngaarden en akkers.

God redt Jeremia en Ebed-Melech

11 Koning Nebukadnezar had tegen Nebuzaradan gezegd 12 dat hij voor mij moest zorgen. Hij had gezegd: "Zorg voor Jeremia en doe hem geen kwaad. Geef hem alles waar hij om vraagt."

Read full chapter