Add parallel Print Page Options

26 Jeruzalem, doe rouwkleren aan! Treur zo hevig alsof je treurt over de dood van je enige zoon. Huil bittere tranen. Want de vijand zal ons plotseling overvallen."

God keurt zijn volk af

27 De Heer zegt: "Jeremia, jij bent mijn wachttoren. Jij moet opletten wat de mensen doen. Jij bent mijn keurmeester.[a] Jij moet het leven van de mensen bekijken en keuren. 28 Je zal het zien: ze zijn allemaal slechter dan slecht. Ze doen niet anders dan kwaadspreken. Ze zijn zo slecht als roestig koper, als roestig ijzer. Moordenaars zijn het.

Read full chapter

Footnotes

  1. Jeremia 6:27 Een keurmeester keurt de kwaliteit ergens van.