Add parallel Print Page Options

Daarom zegt de Heer van de hemelse legers: Ik zal hen smelten zoals je goud smelt. Ik kijk of er nog iets goeds in hen te vinden is. Want wat moet Ik anders doen met Jeruzalem? Hun tong is zo dodelijk als een pijl. Eén en al leugens en bedrog. De mensen praten vriendelijk tegen elkaar. Maar in gedachten bedenken ze hoe ze de ander kunnen beroven. Zou Ik hen daar soms niet voor straffen? zegt de Heer. Kan Ik zo'n volk dan zomaar zijn gang laten gaan?"

Read full chapter