Add parallel Print Page Options

14 In onze grootheid beroofden wij het volk van zijn schatten als iemand die een vogelnest leegrooft en wij verzamelden koninkrijken als een boer die eieren raapt. Niemand kan een vinger naar ons uitsteken of zijn mond openen om tegen ons te piepen!’

15 Maar de Here zegt: ‘Zal de bijl er prat op gaan dat hij meer kracht heeft dan de man die hem hanteert? Is de zaag machtiger dan de man die zaagt? Kan een stok slaan zonder een hand die hem vasthoudt? Kan een wandelstok uit zichzelf lopen?’ 16 Om uw grootspraak, koning van Assur, zal de Here God van de hemelse legers uw trotse legereenheden vernietigen als door een verterend vuur.

Read full chapter