Jesaja 11:14-16
BasisBijbel
14 Samen zullen ze de Filistijnen in het westen aanvallen. Samen zullen ze de volken van het oosten beroven. Samen zullen ze Edom en Moab aanvallen en verslaan. Samen zullen ze de Ammonieten overwinnen zodat die hen moeten dienen.
15 Dan zal de Heer een weg banen zoals vroeger door de Rietzee bij Egypte. En Hij zal met zijn adem het water van de Eufraat wegblazen.[a] Hij zal de machtige Eufraat uit elkaar slaan tot zeven kleine stroompjes die je te voet kan oversteken. 16 Dan zal de weg naar huis openliggen voor het overblijfsel van zijn volk dat nog in Assur was overgebleven. Net zoals de weg open lag voor het volk Israël toen het uit Egypte vertrok.[b]
Read full chapterFootnotes
- Jesaja 11:15 Jesaja bedoelde dat het volk van Juda eerst als gevangenen aan de andere kant van de Eufraat zou komen te wonen, maar dat de Heer hen op een dag ook weer naar hun eigen land zal terugbrengen.
- Jesaja 11:16 Toen Mozes zijn staf uitstrekte over de Rietzee, spleet God het water en konden de Israëlieten over het droge oversteken. Lees Exodus 14:21 en 22.
© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016