Jesaja 14:29-31
BasisBijbel
29 "Filistea, juich maar niet over Achaz' dood! Want koning Achaz, de stok waarmee Ik jullie sloeg, is wel vernietigd, maar zijn zoon is nog gevaarlijker.[a] De koning was een slang, maar zijn zoon is een adder, en uit de adder wordt een draak geboren! 30 De allerarmste mensen van mijn volk zullen veilig wonen en te eten hebben. Maar júllie, Filistijnen, zullen sterven van de honger! En de mensen die de hongersnood overleven, zullen door hem worden gedood. 31 Huil, wijze mannen in de stadspoorten! Schreeuw, bewoners van de stad! Beef van angst, Filistea! Want uit het noorden komt in een enorme stofwolk een groot leger aan. Dat hele leger rukt vast aaneen gesloten tegen jullie op.
Read full chapterFootnotes
- Jesaja 14:29 Koning Hizkia van Juda verwoestte de dorpen en steden van de Filistijnen. De 'draak' die daarna komt, zou dan koning Hizkia's zoon Manasse kunnen zijn, die veel slechte dingen deed. Lees 2 Koningen 18:8 en 2 Koningen 21:1 en 12. Maar hier kan ook een 'tweede laag' bedoeld zijn, die gaat over het eind van de tijd. Want God zegt dat Jeruzalem stevig zal blijven staan, terwijl Jeruzalem in Jesaja's tijd helemaal verwoest werd. Vergelijk met de strijd in Openbaring 20:7-10.
© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016