Add parallel Print Page Options

Ik ben diep geschokt over Moab. De vluchtelingen uit Moab zijn al bij Zoar, bij Eglat-Silisia. Ze lopen huilend de helling van de Luhit op. Ook op de weg van Horonaïm is gejammer te horen. De oase van Nimrim is een woestijn geworden. Het gras is verdord, er wil niets meer groeien, er is geen groen meer. Alles wat de mensen hadden gespaard en bewaard, dragen ze nu de Wilgenbeek over.

Read full chapter