Add parallel Print Page Options

De wegen zijn verwoest. De reizigers zijn verdwenen. Want de vijand verbreekt het verbond. Hij verwoest de steden. Een mensenleven telt niet. Het hele land treurt en verdroogt. De Libanon schaamt zich, omdat alles op de berg verdroogd is. De Saron-vlakte is een woestijn geworden. De bomen op de Basan en de Karmel verliezen hun bladeren.

10 "Nu zal Ik ingrijpen," zegt de Heer. "Nu is het mijn tijd. Nu zal Ik laten zien hoe machtig Ik ben.

Read full chapter