Add parallel Print Page Options

23 Hij veroordeelt de machtigen van de aarde en maakt hen tot nietige wezens. 24 Nauwelijks zijn zij geplant en schieten zij wortel in de aarde of Hij blaast hen omver. Zij verdorren en de wind neemt hen mee alsof zij stro zijn. 25 ‘Met wie wilt u Mij vergelijken? Wie is aan Mij gelijk?’ vraagt de Heilige.

Read full chapter