Add parallel Print Page Options

Hij beschermde mijn leven. Hij maakte mijn mond zo scherp als een zwaard. Hij maakte van mij een scherpe pijl en stak mij in zijn pijlkoker. Hij zei tegen mij: "Jij bent mijn dienaar, Israël. Door jou zal Ik laten zien hoe geweldig en machtig Ik ben."[a]

Maar ik zei: 'Ik heb me voor niets zo moe gemaakt. Ik heb me voor niets zo ingespannen.' Maar de Heer zal voor mij opkomen. Hij zal mij belonen.

Read full chapter

Footnotes

  1. Jesaja 49:3 Het is niet duidelijk tegen wie de Heer hier spreekt en wie de 'ik' in de volgende verzen is. Het kan Jesaja zijn, of Israël, of de beloofde Redder: de Messias. Het lijkt een beetje door elkaar te lopen.