Add parallel Print Page Options

14 Zoals een sterke krijger een stad bestormt,
zo bestormt Hij mij en beukt op me in.

15 Ik heb rouwkleren aangetrokken.
Ik heb geen kracht meer over.
16 Mijn gezicht zit onder de vuile vegen van al het huilen.
Ik zie de duisternis van de dood al naderen.

Read full chapter