Add parallel Print Page Options

Och God, U hebt mij zó moe gemaakt en de mensen om mij heen weggevaagd.
U hebt mij gegrepen en vernederd, als bewijs van mijn zonden, zeggen zij. Mijn eigen ellende klaagt mij aan.
God valt mij aan en rukt woedend aan mijn vlees, tandenknarsend kijkt Hij op mij neer met zijn doordringende ogen.

Read full chapter