Add parallel Print Page Options

Mijn ogen zijn dof van het huilen en ik ben nog maar een schim van wie ik vroeger was.
Oprechte mensen staan verbaasd als zij mij zien en de onschuldige keert zich tegen de goddeloze.
De rechtvaardigen laten zich niet van de goede weg afbrengen, de mensen met reine harten worden steeds sterker.

Read full chapter