Add parallel Print Page Options

2,3 ‘Luister nu toch naar mij, dat zou al een hele troost zijn. Je kunt doorgaan met spotten wanneer ik ben uitgesproken.
Mijn klacht richt zich toch niet tot mensen, maar tot God. Daarom ben ik ook zo ongeduldig.
Bekijk mij met afschuw en sla je hand verschrikt voor de mond.

Read full chapter