Add parallel Print Page Options

12 Het gekreun van de stervenden stijgt op uit de stad en de gewonden schreeuwen om hulp, maar God schenkt geen aandacht aan het onrecht dat hun wordt aangedaan.
13 De goddelozen komen in opstand tegen het licht en begrijpen niets van oprechtheid en goedheid.

14,15 Als het daglicht voorbij is, gaan de moordenaars op pad om de arme en hulpbehoevenden te doden en zich ʼs nachts bezig te houden met diefstal. De overspelige man wacht tot het donker wordt, want hij denkt “dan ziet niemand me” en hij verbergt zijn gezicht.

Read full chapter