Add parallel Print Page Options

11 Als God boos wordt,
schudt de hemel op zijn fundamenten,
geschrokken over de woede van God.
12 Zijn kracht maakt de zee ruig of juist kalm.
Zijn kracht verplettert het trotse zeemonster.
13 Zijn Geest heeft de sterren aan de hemel geplaatst.
Zijn handen hebben de kronkelende zeeslang gemaakt.

Read full chapter