Add parallel Print Page Options

11 Want God heeft me aan het wankelen gebracht,
als een tent waarvan de touwen zijn losgemaakt.
Nu gaan ze tegen me tekeer, zonder zich in te houden.
12 De jongelui staan om me heen
en schoppen mijn voeten onder me weg.
Ze maken plannen om mij kwaad te doen.
13 Ze maken me het leven nog moeilijker dan het al is.
En dat terwijl ze zelf van niemand hulp hoeven te verwachten.

Read full chapter