Add parallel Print Page Options

22 Ik voel me alsof U een hevige storm op me heeft losgelaten,
een storm die mij meesleurt en op mij inbeukt.
23 Ik weet zeker dat U me wil doden.
U jaagt me naar het dodenrijk,
waar alles wat leeft terechtkomt.

24 Maar zou Hij zijn hand niet uitsteken naar iemand die valt?
Iemand die door een ramp getroffen wordt, schreeuwt toch om hulp?

Read full chapter