Add parallel Print Page Options

17 Vóór die tijd had Jozua zijn mensen gezegd: ‘De stad en alles wat daarin is, moet voor de Here worden vernietigd, maar alleen de prostituee Rachab en allen die in haar huis zijn, mogen in leven blijven omdat zij de spionnen heeft beschermd. 18 Vergrijp u niet aan al wat voor de Here vernietigd wordt. Als u zich iets als buit toeëigent, zal dit rampzalige gevolgen hebben voor Israël.’ 19 Alle zilveren, gouden, koperen en ijzeren voorwerpen moeten aan de Here worden gegeven en naar zijn schatkamer worden gebracht, al het overige moet worden vernietigd.

Read full chapter