Font Size
Jozua 7:24-26
Het Boek
Jozua 7:24-26
Het Boek
24 Daarna namen Jozua en de andere Israëlieten Achan, het zilver, de mantel, de staaf goud, zijn zonen, dochters, ossen, ezels, schapen, zijn tent en alles wat hij bezat mee naar het dal van Achor. 25 Toen zei Jozua tegen Achan: ‘Waarom hebt u deze vloek over ons gebracht? Nu zal de Here een ramp over u brengen.’ Daarop stenigden de mannen van Israël hen, verbrandden de lijken 26 en stapelden er een grote hoop stenen overheen. Die stenen liggen daar nu nog en die plaats wordt nog steeds het Rampdal genoemd. Zo werd de toorn van de Here gestild.
Read full chapter
Het Boek (HTB)
Het Boek Copyright © 1979, 1988, 2007 by Biblica, Inc.®
Used by permission. All rights reserved worldwide.