Add parallel Print Page Options

30 Toen zeiden de mannen van de stad tegen Joas: "Breng je zoon naar buiten! Hij moet sterven! Hij heeft het altaar van Baäl afgebroken en de heilige paal omgehakt die ernaast stond!" 31 Maar Joas zei tegen hen: "Willen jullie voor Baäl opkomen? Moeten jullie hem redden? Wie dat doet, wordt vandaag nog gedood. Als Baäl een god is, kan hij heus wel voor zichzelf opkomen nu iemand zijn altaar heeft afgebroken."

Read full chapter