Add parallel Print Page Options

13 Waarmee zal ik je vergelijken, Jeruzalem?
Hoe kan ik je troosten?
Je ellende is zo groot! Onmeetbaar als de zee.
Wie kan jou nog helpen?
14 Je profeten hebben tegen je gelogen.
Ze hebben je niet gezegd dat je ongehoorzaam was.
Ze hebben niets gedaan om te voorkomen dat het zó met je zou aflopen.
Ze hebben je met hun leugens bedrogen.

15 Mensen die voorbij komen, slaan geschokt de handen in elkaar.
Ze fluiten tussen hun tanden en schudden hun hoofd. 'Is dit de stad die zo geprezen werd om haar schoonheid?
Is dit de mooiste stad van de wereld?'

Read full chapter