Add parallel Print Page Options

13 dan zal hij hem zeggen dat hij rein is. Hij is helemaal wit geworden, en daarom is hij rein. 14 Maar als hij wild vlees bij hem ziet, dan is hij onrein. Als de priester wild vlees ziet, 15 dan zal hij hem zeggen dat hij onrein is. Het wild vlees is onrein, want het is een besmettelijke huidziekte.

Read full chapter