Add parallel Print Page Options

41 Als iemands voorhoofd kaal wordt, dan is hij gewoon kaal van voren. Hij is rein. 42 Maar als op de kale kruin of op het kale voorhoofd een roodachtig-witte, zieke plek zit, dan is het een besmettelijke huidziekte. 43 De priester moet hem bekijken. Als hij dan ziet dat de zwelling van de zieke plek roodachtig-wit is, zoals bij een besmettelijke huidziekte ergens anders op het lichaam,

Read full chapter