Add parallel Print Page Options

2+3 Hij mag alleen een dode aanraken als dat zijn moeder, zijn vader, zijn zoon, zijn dochter, zijn broer, of zijn ongetrouwde zus is. Omdat hij een leider van zijn volk is, mag hij zich niet onrein maken.

Als een priester treurt over een dode, mag hij niet een kale plek op zijn hoofd scheren, of de rand van zijn baard afknippen, of zich in zijn lichaam snijden.

Read full chapter