Add parallel Print Page Options

18 Bij dat brood moeten jullie zeven gezonde vrouwtjes-schapen, een jonge stier en twee mannetjes-schapen offeren. Ze zijn voor een brand-offer voor Mij, met de meel-offers en de wijn-offers die daarbij horen. Als jullie het zó doen, ben Ik blij met de offers. 19 Ook moeten jullie een mannetjes-geit als vergevings-offer offeren, en twee vrouwtjes-schapen van één jaar als dank-offer. 20 En de priester moet de broden en de twee schapen naar Mij omhoog houden en heen en weer bewegen. Zo geven jullie ze aan Mij. Daarna zijn ze voor de priester.

Read full chapter