Add parallel Print Page Options

29 "Zeg tegen de Israëlieten: Als iemand Mij een dank-offer komt brengen, moet hij een deel van het offer zelf aan Mij geven. 30 Hij moet zelf zijn vuur-offer offeren. Hij moet zelf het vet en het borststuk brengen. Het borststuk moet hij naar Mij omhoog houden en heen en weer bewegen. Het is een beweeg-offer. 31 Daarna moet de priester het vet op het altaar verbranden. Maar het borststuk is voor de priesters.

Read full chapter