Add parallel Print Page Options

30 Hij moet zelf zijn vuur-offer offeren. Hij moet zelf het vet en het borststuk brengen. Het borststuk moet hij naar Mij omhoog houden en heen en weer bewegen. Het is een beweeg-offer. 31 Daarna moet de priester het vet op het altaar verbranden. Maar het borststuk is voor de priesters. 32 Ook de rechter schouder is voor de priester.

Read full chapter