Add parallel Print Page Options

Alleen de mannelijke priesters mogen ervan eten op een heilige plaats, want het is allerheiligst.

Voor het zondoffer geldt hetzelfde als voor het schuldoffer. Het overblijfsel van het offerdier is voor de priester die daarmee verzoening heeft gedaan. De priester die voor iemand een brandoffer brengt, krijgt de huid van het offerdier.

Read full chapter