Add parallel Print Page Options

41 Maar geef wat in de bekers en op de borden is aan de arme mensen, dan zullen júllie schoon zijn.

42 Pas maar op, Farizeeërs! Het zal slecht met jullie aflopen. Want jullie geven keurig een tiende deel[a] van de pepermuntblaadjes, de peterselie en de andere kruiden aan God. Maar jullie houden geen rekening met Gods oordeel en Gods liefde. Maar daar moeten jullie wél rekening mee houden, én ook de tienden geven.

43 Pas maar op, Farizeeërs! Het zal slecht met jullie aflopen. Want jullie willen graag vooraan zitten in de synagoge en op de markt worden gegroet.

Read full chapter

Footnotes

  1. Lukas 11:42 In de wet van Mozes stond dat de mensen een tiende deel van alles wat ze oogstten, aan de Heer God moesten geven. Dat tiende deel was voor de priesters. Lees Numeri 18:21. Deze regel zorgde ervoor dat de priesters te eten hadden, omdat zij geen eigen akkers hadden om van te leven. Lees Deuteronomium 18:1 en 2.