Add parallel Print Page Options

28 Zegen de mensen die je vervloeken, en bid voor de mensen die je slecht behandelen. 29 Als iemand je op je linkerwang slaat, draai dan ook je rechterwang naar hem toe. Als iemand je mantel afpakt, geef hem dan ook je hemd. 30 Als iemand iets van je wil lenen of van je afpakt, geef het hem dan en vraag het niet terug.

Read full chapter