Add parallel Print Page Options

32 Toen riep Jezus zijn leerlingen bij Zich. Hij zei: "Ik heb medelijden met die mensen. Ze zijn nu al drie dagen bij Mij en hebben niets meer te eten. Ik wil hen niet zonder eten wegsturen. Want ze zouden onderweg wel eens van de honger in elkaar kunnen zakken." 33 Zijn leerlingen zeiden tegen Hem: "Hoe kunnen we al die mensen te eten geven? Hoe kunnen we hier aan zoveel brood komen? Er woont hier helemaal niemand!" 34 Jezus zei tegen hen: "Hoeveel brood hebben jullie?" Ze zeiden: "Zeven broden en een paar visjes."

Read full chapter